Minder werklozen en meer vacatures in eerste drie maanden van 2021
In de eerste drie maanden van dit jaar is de werkloosheid verder gedaald, en nam de spanning op de arbeidsmarkt toe. Dat blijkt uit de kwartaalcijfers over de arbeidsmarkt van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Als de spanning op de arbeidsmarkt hoog is, is het voor werkgevers moeilijker om personeel te vinden. Per 100 werklozen waren er de eerste drie maanden van dit jaar 73 vacatures. Eind vorig jaar waren dat er nog 57.
Handel, zakelijke dienstverlening en de zorg
Eind maart stonden er 245.000 vacatures open, 26.000 meer dan eind vorig jaar. Zo’n grote toename komt niet vaak voor: alleen in 1999 groeide het aantal vacatures in het tweede kwartaal iets meer, met 27.000. Een sterkere groei kwam verder sinds het begin van de meting in 1997 niet voor.
De meeste vacatures stonden eind maart open in de handel (44.000), de zakelijke dienstverlening (41.000) en de zorg (38.000). De grootste toename van het aantal vacatures was in de horeca (6000). Een kwartaal eerder zat daar juist de sterkste afname.
“Het lijkt erop dat ondernemers, ook in de horeca, lichtpuntjes zien”, zegt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS. “Eind maart waren die mogelijk al aan het voorsorteren op een voorjaar en zomer waarin meer mogelijk werd, en waarvoor ze personeel nodig zouden hebben.”
1,3 miljoen werknemers
Het aantal werklozen daalde begin dit jaar met 50.000, ten opzichte van eind vorig jaar. Voor de coronacrisis, begin 2020, waren er 277.000 mensen werkloos. Dat liep op tot 419.000 in de zomer van 2020. Maar de afgelopen maanden daalde het aantal werklozen weer: tot 334.000 in het eerste kwartaal van dit jaar.
Het baanverlies in de coronacrisis is beperkt door de loonsteun van de overheid, schrijft het CBS. Door de zogeheten NOW-subsidie konden werkgevers met omzetverlies de salarissen van hun personeel doorbetalen. Sinds de zomer worden de salarissen van zo’n 1,3 miljoen werknemers (deels) betaald via die subsidie.
Flexibele arbeidsrelatie
Van alle mensen die in de eerste drie maanden van 2021 een baan hadden, dat waren er bijna 9 miljoen, hadden er 1,7 miljoen een flexibele arbeidsrelatie. Dat zijn mensen met een tijdelijk contract of bijvoorbeeld wisselende uren. Dat zijn er 122.000 minder dan een jaar eerder. In het begin van de crisis daalde het aantal mensen met een flexibele arbeidsrelatie omdat ze ontslagen werden of omdat er minder nieuwe banen bij kwamen. Maar die daling is afgevlakt, schrijft het CBS, onder meer doordat er in sommige beroepen juist meer flexibele banen bij zijn gekomen.
Dat geldt bijvoorbeeld bij verpleegkundigen en medische praktijkassistenten. In die categorie waren dit eerste kwartaal 22 procent meer ‘baanstarters’ dan in dezelfde tijd vorig jaar. Het gaat om mensen die korter dan een half jaar werkzaam zijn in die baan. Volgens het CBS zit die toename hem vooral in het aantal flexibele werknemers.